Le Dernier Métro

Als we terug naar beneden willen blijkt voor de lift een gigantische rij te staan. Dus besluiten we naar beneden te lopen, naar de eerste verdieping. Nu gaan we lopend door de staalconstructie naar beneden. Niet iets voor iemand die hoogtevrees heeft, zoals mijn vrouw, maar het moet. Nu zijn we nog meer een met het gebouw, alsof we binnenin een machine staan met overal staal om ons heen. Langs smalle trappen dalen we af.

Ook op de eerste verdieping staat een lange rij. Minder lang dan op de tweede. De liftbediende is bijzonder streng en onvriendelijk. Streng moet hij zijn, hij moet er immers voor zorgen dat de lift niet te zwaar beladen is en met alle passagiers in de diepte stort. Onvriendelijk is niet nodig. Steeds opnieuw zien we de lift voorbij gaan, nu eens omhoog, dan weer naar beneden. Ondertussen begint onze tijd te dringen. Halen we de laatste metro naar de jeugdherberg?

Als we eindelijk beneden zijn lopen we met de stroom mee naar metrostation Bir Hakeim. Een opvallende naam. Wie of wat is Bir Hakeim? De naam van een persoon, de plaats waar een veldslag gestreden is, zoals Waterloo? (Het blijkt een veldslag te zijn, in Libie in 1942, van het vreemdelingenlegioen tegen maarschalk Rommel, onder leiding van generaal Koenig.) Vanaf dit station moeten we twee keer overstappen om thuis te komen. Het is rond half een. Mijn vrouw stelt voor de tweede overstap niet te doen en de tweede lijn te volgen tot het eindpunt. Halverwege onze reis in de tweede metro wordt er iets omgeroepen. Het klinkt alsof de trein niet naar het eindpunt zal rijden maar ergens voor het eindpunt zal stoppen. Als het maar niet op station Nation is, want dan zijn we heel ver van huis.

Het treinstel stopt. We zijn niet op het eindpunt. Iedereen stapt uit, een handjevol mensen. Schoonmakers zijn al druk bezig het station schoon te maken. We kunnen nog maar via een uitgang het station verlaten.

Reacties

Populaire posts