Motel Mozaïque 2008

Op het Schouwburgplein staat een gigantische rij mensen. Vijfhonderd, duizend? In ieder geval erg veel. Ik kom om te werken als vrijwilliger voor Motel Mozaïque, het kunst- en cultuurfestival dat ieder jaar plaatsvindt. Voor de vierde keer werk ik hier. Vorig jaar niet want toen viel het Motel-weekend samen met mijn repetitieweekend van KRT. Op het plein is een rij tentjes opgesteld van waaruit over enige minuten de kaartverkoop zal starten. Volgens de email die ik heb gekregen sta ik in één van deze tenten om polsbandjes uit te delen of om programmaboekjes uit te reiken. Ik zoek mijn contactpersoon. Dennis. Die is gauw gevonden. Samen met vier anderen neemt hij me mee naar Marijke die instructies staat te geven over wat er gedaan moet worden. We moeten even wachten dan komt ze zo bij ons. We stellen ons aan elkaar voor en wachten. En wachten. En wachten nog langer. Dan komt Marijke en neemt twee van ons mee. Ik blijf over met een jongen met een rose sweater en een meisje uit Amsterdam. Het Amsterdamse meisje vertelt hoe ze samen met een vriendin een kwartier lang heeft staan lachen, de eerste keer dat ze op het Schouwburgplein waren. Zo lelijk vonden ze het. Maar nu begint ze Rotterdam langzamerhand steeds mooier te vinden. Allebei, de jongen en het meisje, hebben ze net als ik al eerder hier gevrijwilligerd. Ik vertel dat mijn oudste dochter hier ook vrijwilliger is. Ze zegt dat ze zou willen dat haar ouders hier ook naar toe gingen.

Marijke komt nog een keer terug en neemt ook hen mee naar één van de tenten. Ik blijf over en wordt geplaatst bij de tent waar de bandjes aan de vrijwilligers worden uitgedeeld. Ik mag de t-shirts voor de vrijwilligers bewaken en uitgeven. Niet bepaald een belangrijke en verantwoordelijke taak, maar ik doe zo goed mogelijk mijn best. Ik maak me nog het nuttigst door voor de vijf personen in mijn tent en die naast ons (waar de mensen op de gastenlijst hun polsbandjes krijgen) en voor mezelf patat, frikadellen en kroket te gaan halen als avondeten. Ondertussen wordt het langzamerhand kouder op het plein. De zon verdwijnt achter de gebouwen en het wordt kil.

Ik vraag aan Dennis of hij geen ander werk voor me heeft en hij neemt me samen met Mireille mee naar Off-Corso waar dEus optreedt en waar nog mensen nodig zijn. We zoeken eerst naar Nathan die de coördinatie in Off-Corso heeft. Een man met een rode pet. Het duurt even voor we die gevonden hebben maar dan geeft hij ons instructie. We moeten buiten staan en de mensen die binnenkomen vertellen over de spelregels met betrekking tot dEus. Voordat zij gaan optreden wordt de zaal ontruimd en pas daarna mogen de bezoekers voor dEus weer naar binnen. Ze zijn te herkennen aan een wit polsbandje, naast het groene (die de bezitters van een dagkaart hebben) of het gouden (die de bezitters van een passepartout hebben). We staan met zijn vieren en het is duidelijk dat er dit jaar een overschot is aan vrijwilligers. Daar komt nog bij dat al snel duidelijk wordt dat iedereen die binnenkomt al lang op de hoogte is van de spelregels. Tussen het werk door heb ik nog even tijd een glimp op te vangen van B.Y.O.P. (Be Your Own Pet) een heftig punkbandje dat op hoog tempo een groot aantal nummers er door heen jast. Buiten wordt het kouder en kouder en ik ben blij als ik om kwart over tien vertrek. Met moeie voeten en verkleumde handen en omdat ik niet van dEus houd, spoed ik me naar Rotown waar Devotchka optreedt.

Reacties

Populaire posts