Jacoba van Velde: De grote zaal


Vorig jaar was De grote zaal het boek door Nederland Leest was uitverkoren om in grote getale te worden uitgereikt in november. Ik heb niemand zien staan discussiëren op straathoeken of in bibliotheken over dit boek, maar het is zeker een tijdloos en daarmee tegelijk actueel boek. Hier en daar wat ouderwets en duidelijk een product van de tijd waarin het werd geschreven, maar nog steeds een universeel portret van het ouder worden.

Lang geleden las ik al Een blad in de wind en was daar erg van onder de indruk. Vandaar dat ik vorig jaar november mijn dochter naar de bibliotheek stuurde om dit boek af te gaan halen. Helaas was net het Lezersfeest geweest en waren alle exemplaren die de bibliotheek had uitgedeeld. Gelukkig vond ik op de school waar ik dramales geef een hele doos vol overgebleven exemplaren van De grote zaal,vandaar dat ik het nu toch nog, met een jaar vertraging, heb gelezen.

Op de achterkant van het boek kijkt een jonge Jacoba van Velde je met een beetje half geloken ogen aan. Meer een filmster dan een schrijfster. Ze begon dan ook als danseres, vertrok naar Parijs om dansen te leren, danste in het Berlijn van voor de tweede wereldoorlog en leefde daarna lange tijd in Parijs, net als haar twee broers, de schilders Geer en Bram van Velde. Ze bezorgde Samuel Beckett contracten bij goede uitgeverijen in Parijs en Nederland en was een tijdje zijn agent tot ze zelf meer wilde schrijven. Dat resulteerde in een klein oeuvre van korte verhalen en twee niet al te dikke romans waarvan De grote zaal een wereldsucces werd (The Big Ward, La grande salle).

De grote zaal gaat over Geertruide van Veen die na een attaque is opgenomen in een rusthuis. In eerste instantie kan ze niet meer spreken en haar been doet pijn, ze kan er niet op staan. Gelukkig is haar dochter Helena aanwezig als ze de beroerte krijgt en zij zorgt er voor dat ze in het rusthuis terechtkomt. Maar Helena kan niet blijven, ze is getrouwd en woont in Parijs met haar man Jean.

Het is een indrukwekkend portret van de onttakeling van het ouder worden en de angst voor de dood. Jacoba van Velde was er al vroeg van overtuigd dat het leven kort is en leidt tot de dood waarna het absolute niets volgt. Daarom kun je maar beter iets van je leven maken, was haar filosofie. Het inkzwarte van de zwarte tunnel waar de hoofdpersoon uiteindelijk in zal verblijven is in zekere zin een tijdsbeeld, de tijd van het existentialisme, maar tegelijk oprecht en eerlijk. De stijl is ook eerder Hollands-realistisch dan absurdistisch zoals het werk van Beckett waar het tegelijk verwantschap mee heeft.

Ik lees de boeken in de serie Nederland Leest die ik nog niet al had gelezen, altijd met een vertraging van ongeveer een jaar (en de eerste heb ik gemist), maar dit is tot nu toe wat mij betreft het hoogtepunt in de serie van zes sinds 2005. Iedereen moet dit boek lezen.

Een mooi radioprogramma over Jacoba van Velde is te beluisteren op de boekensite van de vpro: http://boeken.vpro.nl/personen/22543805/

Reacties

Populaire posts