Arthur Polspoel: Het was toch een mooi leven

Dit boek kreeg ik van een vriendin naar aanleiding van het overlijden van mijn moeder in september. Ik had niet verwacht dat ik het uit zou lezen. Ik ben sowieso niet zo van de non-fictie boeken. Meestal begin ik enthousiast omdat een onderwerp me aanspreekt maar vaak kom ik niet tot de laatste pagina.

Dit is weliswaar een dun boekje maar het zet alle gedachten over rouw en rouwverwerking mooi op een rijtje. De essentie is dat iedereen op zijn of haar eigen manier rouwt. Er is niet een standaard manier.

Een goed voorbeeld daarvan las ik ooit in Lessen voor acteurs van Stanislavsky. Hij stelde dat slechte acteurs altijd gaan huilen als een dierbare is gestorven. Hij geeft het voorbeeld van een vrouw die na de dood van haar man het linnengoed begint op te vouwen en netjes een voor een in de kast legt. In de manier waarop ze dat doet toont ze haar verdriet, niet met tranen. Arthur Polspoel geeft in Het was toch een mooi leven op dezelfde manier in korte verhaaltjes tal van voorbeelden van rouw.

Ik vond het een fijn boek om te lezen want het toont aan dat je de rouw van een ander nooit helemaal kunt begrijpen, maar dat je je daarom ook niet schuldig hoeft te voelen. Niemand kan in de huid van een ander kruipen. Je kunt je best doen om een rouwende te begrijpen, te steunen, mee te leven, hetzelfde voelen kan niet en misschien is dat maar het beste. Uiteindelijk krijgt iedereen toch te maken met rouw, want geen enkele geliefde heeft het eeuwige leven.

Ook moeders niet. Gelukkig denk ik nog regelmatig aan haar, aan de dingen die ze zei, uitdrukkingen die ze gebruikte. Nu ze er niet meer is is ze niet meer een oude vrouw in een rolstoel, maar de essentie van haar persoonlijkheid geworden. Zoals ze haar hele leven is geweest. Een prachtige vrouw waar ik net als mijn vader onmiddellijk verliefd op had kunnen worden.

Reacties

Populaire posts